Selamat makan

RuthBPSelamatMakan Wat zijn de sleutelelementen van een memorabel buitenlands verblijf?  Het eten, het weer en de afwezigheid van giftig ongedierte en andere toeristen. Als het ene goed is, schort er vaak wat met het andere. Zo kan je de heerlijkste schotels verorberen, terwijl je schoenen wegdrijven in de regenvloed (het overkwam ons in Thailand). Of je kan onder een stralende zon gek worden van de vele droog gebakken steaks en de gefrituurde deegpakjes (Argentinië). In Bali in juli zijn zowel eten als weer fabuleus en van giftig ongedierte hebben we minder last dan van onze vele, vele, vele collegae homines turistici.

Denk aan Plankendael op een zomerdag. Het is een wonder dat de Balinezen buitenlanders met  glimlachende ogen blijven ontvangen. Of toch niet. In elke familie werkt wel iemand in de toeristische industrie en die heeft het economisch voordeel dat hij/zij zich alvast niet in de schulden zal moeten steken om de crematieceremonie voor zijn ouders te bekostigen. Voor ons is het echter een verademing om op kleine wegen te stoppen aan een eetstalletje, een warung makan, en een heerlijke verse vissoep of een nasi campur uit een stuk bananenblad te eten, terwijl de uitbaatster ons giechelend aanstaart omdat we de eerste westerlingen in haar kraam zijn.

RuthBPSelamatMakan2 Echt Balinees eten is heerlijk. Niet de verwesterde, flauwe afkooksels uit de toeristenrestaurants maar de keuken van de straat en de huizen is letterlijk hartverwarmend. (Soms heeft het evenwel het effect van Activa van Danone: het stimuleert de darmtransit.) Er wordt elke dag vers gekookt. De aanwezigheid van vele hongerige goden en de afwezigheid van ijskasten zal daar niet vreemd aan zijn. Tussen zes en negen ‘s ochtends zijn er markten met verse groenten, fruit en vlees. Ook populair bij de vliegen. Goed kiezen en onderhandelen is de kunst.

Rijst is het hoofdingrediënt van elke maaltijd en daarbij kan zowat alles komen. De culinaire variatie die we in Turkije en Iran misten, is er hier in overvloed. Smaakexplosies komen van de kruiden: gember, cekuh (van de gemberfamilie), chili, zeezout, garnalenpasta, peper, pinda- en cashewnoten, look, limoen, sjalotten, palmsuiker, kokosnoot, kecap manis,… Ook in vleesbereidingen heeft de Balinees een grote openheid: ik dacht dat ik een ietwat taaie, gelakte eend aan het eten was en het bleek een hond. Te laat. Ach wat, elke verorberde hond is er een minder om in onze kuiten te bijten, bedacht ik na de eerste shock. Een veilige, vegetarische topper is gado gado: kort gestoomde groenten met een rijke pindanootsaus. Voor de liefhebbers het recept. Selamat makan!