Kind van alle Volken

2KidsEen land dat gekoloniseerd is geweest, is als een persoon met meerdere identiteiten. Indonesië, waar Indiërs, Portugezen, Nederlanders, Britten én Japanners hun stempel op drukten, is een extreem complex en ingenieus multiple-identity fenomeen. Een tikkeltje verwarrend soms.

In koloniale tijden was Nederlands de voertaal van de administratie, de leidende klasse, de ‘geschoolde inboorlingen’ én van de vele halfbloeden. Want de kolonisator keek weliswaar neer op de ‘inboorlingen’, maar een mooie vrouw blijft een mooie vrouw en een man met macht blijft een man met macht. Het logische gevolg was identiteitsverwarring voor het nageslacht van de machtige blanke man en de mooie café au lait vrouw.

Inzicht in de psychologische en historische kant van de Nederlandse kolonisatie vind ik in de Engelse vertaling van Anak semua bangsa (Kind van alle Volken) van Pramoedya Ananta Toer. De Indonesische auteur belandde omwille van zijn kritische blik regelmatig in de gevangenis, zowel onder het Nederlandse als – nadien – het Indonesische bewind. Tijdens een 14 jaar durende gevangenschap (van 1965 tot 1979) op het Javaanse eiland Buru schreef hij verschillende geëngageerde boeken over de koloniale periode. Het eerste boek werd op losse blaadjes de gevangenis uit gesmokkeld en Kind van alle Volken, het tweede, kan pas sinds 2005 in Indonesië vrij gedrukt worden.
Ik kreeg het toevallig in handen tijdens één van de vele ruiloperaties op reis: je ruilt een gelezen boek - al dan niet via een handelaar- in voor eentje dat een medereiziger al uit heeft. Zo circuleren de gekste titels. Om de één of andere reden overwegend Duitstalige stationsromans.

Child of all Nations kwam via een handelaar in Yogjakarta. Die vatte een instant sympathie voor mij op toen ik een biografie van Ahmadinejad bestudeerde en maakte mij deelgenoot van zijn respect en bewondering voor de ‘enige waarachtige moslimleider’. De biografie was in het Indonesisch en die zette ik dus terug in het rek. De handelaar had me de plot sowieso al verklapt: Ahmadinejad is de Robin Hood van de moslimbevolking.

Ik wilde het liefst een Indonesisch auteur lezen en stuitte tussen de Duitstalige liefdesreeksen op een gekopieerd exemplaar van Child of all Nations. De handelaar keek plots ontzet. Hij wilde me wel bevestigen dat het een beroemd Indonesisch auteur betrof maar ‘dat boek’ had hij niet gelezen en dat zou hij ook nooit doen. Ik zou dat overigens beter ook niet doen, voegde hij eraan toe. De prijs die ik zou moeten betalen voor dit boek was plots twee uitgelezen boeken én overduidelijk het verlies van de sympathie van de handelaar. Dat verhoogde de aantrekkingskracht van het boek met de blauwe kaft alleen maar, zoals je als kind op de tafel kroop om aan de verboden boeken bovenaan in de bibliotheekkast van je ouders te kunnen. (Om dan teleurgesteld te zijn dat het om een soort medische gymnastiekboeken ging).

In het boek wordt een ontroerend en heldhaftig verhaal verteld: het verhaal van Surati, het aangetrouwde nichtje van het hoofdpersonage. Zij wordt als mooi, jong Javaans meisje opgeëist door de Nederlandse directeur van de suikerfabriek waar haar vader werkt. Zij moet zijn nyai worden, zijn bijslaap. De bijnaam van de suikerfabriekdirecteur is Plikemboh of ‘lelijke penis’ en dat is nog het minst onaangename aan de man. De vader kan niet weigeren en het meisje kan haar vader niet ongehoorzaam zijn. ‘Like lightning, memories flashed by of other friends who had suffered this same fate. All beautiful girls, stolen from their houses; through all kinds of means, by Europeans. Now it was her turn, because now she had reached the age for theft. Like them, she could do nothing. She knew she would have surrendered like the others, had Plikemboh not been so hideous.” (Uit Child of All Nations – vertaling Max Lane). Het meisje vindt een moedige uitweg, waarvoor ze een hoge prijs betaalt…  weten hoe? Speur even naar het boek.

Voor een dansbaarder protest tegen een kolonisator raad ik Armée Française van Alpha Blondy aan. Sweeps you off your feet.