The art, soul and romance of Indonesia

Koloniaal-2Eerst even dit: we zijn geen fans van kolonisatie. Uitbuiting, onderdrukking en dominantie vinden we no-go. ‘Bewerk je eigen tuin’, schrijft Voltaire in Candide en dat is volgens ons een goed levensmotto. Koloniale architectuur, dat is wat anders: grote ruimtes, zuilengaanderijen, patio’s, hemelhoge plafonds, kunstzinnig vorm gegeven meubilair,… de Nederlandse kolonialen hebben op Java fraaie bouwwerken achtergelaten.

Koloniaal-4In Maastricht gebeurde het met de Kruisherenkerk, in Leuven met een stuk van het Groot Begijnhof… een brok historische architectuur is een droomlocatie voor een hoteluitbater die vindt dat Formule 1 gewoon een autosport moet zijn, Ibis een vogel en een overnachting een beleving.
Zo kan het gebeuren dat twee doorweekte, fietsende Belgen, met een verjaardag als uitstekend excuus, een nacht doorbrengen in het Javaanse koloniale verleden. Ons antieke hemelbed staat in Hotel Tugu Sri Lestari in Blitar, thuisstad van de eerste president van Indonesië, Soekarno. The art, soul and romance of Indonesia. Al zeggen ze het zelf.

De administratieve en handelsgebouwen die de Nederlanders op Java bouwden, waren veeleer functioneel van inslag. Maar de medewerkers van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie moesten ook wonen en liefst niet in bamboe hutjes.

Koloniaal-5 In de 19e eeuw reguleerde de overheid volgens hiërarchische positie en status van de medewerkers, de types en de mate van extravagantie van de woningen die voor hen gebouwd werden. Het prachtige gebouw waarin wij overnachten, werd in de jaren 1850 opgetrokken. Het heeft een Romeinse touch, neo-classicistische colonnades en grote ruimtes. Vooraan een open veranda waarop het heerlijk mijmeren is, terwijl je luistert naar het ruisen van de bananenbladeren. We hopen ondertussen stilletjes dat het huis niet door slaven gebouwd werd, want dat idee verstoort de nachtrust meer nog dan de kakkerlakken in de rotan hutjes waar we gewoonlijk overnachten.

Koloniaal-7Zeker niet elke Indonesiër heeft overigens slechte herinneringen aan de Nederlandse heerschappij, leren we een dag later. We komen een Ibu van 82 jaar tegen en converseren in een literair Nederlands, dat beelden oproept van delicaat porselein en hoepelrokken. De dame gebruikt woorden als ‘verlakkerij’ en ‘deugdzaam’. Woorden uit vervlogen tijden. Koloniale tijden, om precies te zijn. Ze vertelt geestdriftig over haar schooltijd in het ‘Hollands’. Of er enkel in het Nederlands onderwezen werd, of ook in het Indonesisch, vraag ik. ‘Hollands natuurlijk!’ antwoordt ze bijna verontwaardigd. ‘Andere talen, dat was uitsluitend voor de inboorlingen’. Lichtjes choquerend dat niet cultureel-politiek correcte taalgebruik. Maar zo heerlijk eloquent.

Goodmorning, Miss Ruuuuuut’, ‘watermelonjuice Miss Ruuuuut’, zingen de medewerkers van hotel Tugu ondertussen. Hoog tijd dat ik me een linnen broekpak en een strooien hoedje zoek.