De Becak-business

Becaksolo

In iedere zichzelf respecterende Javaanse stad rijden ze rond met tientallen: de becaks (bè-tsjak) of fietstaxi’s. Eigenlijk zijn het flink uit de kluiten gewassen driewielers-voor-volwassenen, met dat verschil dat er twee wielen van voor staan en één vanachter.

Becak Versnellingen? Nope. Remmen? Niet echt. Lichten? Allah verlicht alle gelovigen en dat is meer dan genoeg. Veel meer dan een hoop kunstig gebogen staal en wat skai voor de zitting is een becak dus niet.
De prijs voor de mooiste becaks gaat voorlopig naar Solo (Surakarta) (zie foto bovenaan de blogpost): de driewielers hier hebben dezelfde heerlijke sixties-lijnen die mij ook al lyrisch maakten als de oude Mercedes-bussen in Iran of retro-Illy koffiemachines.

De wielen (van de becaks, niet van de Illy! Al ooit een koffiemachine op wielen gezien?) zitten mooi weggestopt in aerodynamische wielkassen (al valt het te betwijfelen of de gemiddelde becak gezien z’n lage snelheid baat heeft bij eender welke vorm van aerodynamica). Eigenlijk verlangt de overheid dat de becaks wit zijn, zodat ze ’s avonds toch een beetje zichtbaar zouden zijn in de aarddonkere straten, maar de meeste zijn rood, al dan niet met een kleurrijke beschildering.

Becak2 Becaks vervoeren alles: van rijst over geiten tot ganse families. Ladingen van 150 à 200 kilogram zijn geen uitzondering. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de prijs niet zozeer afhangt van de lengte van het traject, dan wel van de hellingsgraad. Wanneer ze niet aan het fietsen zijn, draperen de becak-chauffeurs zich in de vreemdste slaaphoudingen in hun fietsbak. Zonder uitzondering zijn het magere, pezige types: de versnellingen zijn hier van vlees en bloed, niet van Shimano. Mocht het niet meer lukken in de fotografie, dan wacht mijn steeds mager wordende zelf ongetwijfeld een bloeiende carrière als becak-chauffeur. Voor de prijs van één fotocamera kan ik er tien kopen. Of één deftige met versnellingen. Misschien begin ik wel een bedrijfje. MoreThanBecaks.