Welkom aan boord

Of ik toch weet dat we langs de Somalische kust varen? Vraagt de kapitein.
Somalische kust... as in… piratenterritorium?
Yes, zegt de kapitein. Het klinkt als yhes, want  het is een Duitse kapitein.
Een schip van deze omvang (220 m lang en 32 breed) loopt toch geen risico, probeer ik, niet gehinderd door enige kennis van zaken. Oh yhes, toch wel, zegt de kapitein. ‘Het laatste Saoudische schip dat overvallen werd, was twee keer zo groot als het onze’.

Een ommetoertje dan? ‘Bekijk de wereldkaart misschien eens’, suggereert de kapitein fijntjes. ‘Dan zouden we onder Zuid Afrika door moeten’.

Over de piratendreiging vertelt de kapitein me nadat hij mij heeft voorgesteld aan een duikmechanieker uit Mol. Die is  even voor mij aan boord gekomen, niet op zoek naar zichzelf maar om het schip te repareren. In de vorige haven is het namelijk tegen de kant gevaren en er zat een scheur in de boeg -  of de romp, de terminologie heb ik nog niet onder de knie -. Kortom: er liep water binnen. Via de romp of de boeg.

In de auto op weg naar het schip had de plaatselijke vrachtagent mij al verzekerd dat ik beter het vliegtuig had genomen. ‘Er zijn daar alleen mannen aan boord en vele daarvan hebben al lang geen vrouw meer gezien… ‘ Hij liet de mededeling volgen door een veelbetekenende stilte, terwijl hij ondertussen bij wijze van demonstratie ongegeneerd foto’s van mij nam met zijn mobiele telefoon.

Ik ben nog maar een paar uren aan boord van de Anke Ritscher en we liggen nog in de haven van Nhava Sheva. Er rijden onophoudelijk trucks  met containers aan, die door grote kranen op platformen aan boord worden gehesen. Ik lepel in de Officer Messroom een rum rozijnen ijsje met een flinke scheut Bailys naar binnen en onthoud de baseline: (a) ofwel word ik verscheurd door mannen die nog geiler zijn dan de Somaliërs gewelddadig zijn. (b) Ofwel zinkt het schip nog voor dat dit kan gebeuren, doordat onze stuurman er de kantjes af rijdt. (c) Ofwel eindigt een mooie portretreis in piratenhanden, al dan niet in combinatie met (a) en (b).
Ik hoop bijna op optie (d): een oersaaie vaart. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat de sterre even gunstig blijven als de afgelopen tien maanden en dan vaar ik drie weken zorgeloos door oceanen van innerlijke rust, uit wellust zich enkel in galanterie en zinkt alleen mijn lepeltje: in diepe rum rozijnenijsjes.