‘Vous faites partie de l’étalage, vous?’

bw_noborder2

Augustus 1984. Ondergetekende is een boomlange slungel van net geen zestien. Met meer adolescententwijfels dan zelfvertrouwen en meer ervaring met Lego Technic dan met de techniek van de andere sekse.

Ik oefen al een paar jaar dezelfde vakantiejob uit: het kleven van culturele affiches in Vlaamse winkels en cafés. Ook in Knokke. Docksides, Lacoste Polo’s, Levi’s 501 en Millet-jassen (alhoewel niet in augustus) zijn er de tenue de rigueur. Mijn gele Adidassen TRX en JC Penney polo (het huismerk van de ondertussen ter ziele gegane Sarma) staan mijlenver af van het Knokse society uniform en de enige jeans die ik heb, is de half-versleten, made-in-Indonesia ‘affichezak’ die de verschillende posters in drie kartonnen kokers op zijn plaats houdt. Geen zicht, maar praktisch, dat wel.

Ik stap een sjieke boetiek binnen en vraag ‘si je peux mettre une affiche’. Vanaf een bepaalde breedtegraad kan je in Knokke maar beter meteen Frans beginnen spreken. Je peux, dus ik wurm me tussen de paspoppen en de glazen deur in, Invisible Scotch Tape in de aanslag. Twee Paris Hiltons-avant-la-lettre stappen de winkel binnen. Ik krijg ei-zo-na de deur tegen mijn hoofd.

Eh vous, vous faites partie de l’étalage, vous?’, giechelen ze mij toe. Ik word nog roder dan het rood uit het logo van een Millet-jas. Iemand vous-voyeren en tegelijk de grond in boren. Daar moet je in Knokke voor zijn.

25 jaar later, in Tiruchirapalli in India, merk ik dat ik lang niet de enige ben die deel uitmaakt van de etalage. Deze tandwielenverkoper kan moeilijk anders. Zijn winkel is een kast. Maar zijn koopwaar staat mooier geëtaleerd dan de laatste collecties van Bulgari of Chopard.