Turken en integratie
Een web vol ondergrondse bandieten, handelingen die het daglicht niet mogen zien en dubieuze Russiche en Georgische oplichters. Zo wordt onze wijk, Beyazit, omschreven in de Istanbul-based misdaadroman die ik aan het lezen ben (Harem van B. Nadel).
We zijn in het oosten! Zucht ik al enkele dagen wanneer ik -rondspeurend naar boeven- in de schaduw van een moskee een gesluierde vrouw voorbij wandel, terwijl op de achtergrond verkopers met een gehoorstoornis hun waren aan de man brengen. Klagerige muziek, schapenvlees, religie op elke hoek van de straat: onmiskenbaar de Arabische wereld. Wat zeg ik: het cliché van de Arabische wereld.
En toch. We zijn gewoon in het Westen, denk ik, wanneer ik meisjes met spannende broeken en weinig subtiele decolletés hand-in-hand met hippe jongemannen aan een bushalte zie smoezelen, terwijl internationale popmuziek uit MP3-telefoons schalt en we voor een take-away sushizaak staan.
Of neem nu die Aya Sophia. Eens gebouwd als een christelijke basiliek. Een paar eeuwen later plaatsen de Ottomanen er wat minaretten op, leggen tapijten op de grond en pleisteren de Byzantijnse fresco's weg. Het resultaat is een moskee. Een bijzonder mooie moskee, waar de Grootsheid niet moeilijk te vatten moet zijn geweest. Na de eerste wereldoorlog komt Attatürk met seculiere aspiraties langs en maakt er een museum van. Voor tien euro krijg je dit toverwerk van integratie -of recyclage zo u wilt- te zien. Weliswaar zonder fotostatief. Je smokkelt ongetwijfeld nog gemakkelijker illegale Bolivianen de Aya Sophia binnen dan een statief. Daarvoor zullen de volgende keer de hulp moeten inroepen van onze Beyazitburen.
Turken en integratie. Ze kunnen er wat van hier in Istanbul.