The art of Yemek
Wanneer wij thuis zin hebben om snel, lekker en goedkoop uit eten te gaan, dan gaan we naar de Sleepstraat. ‘Bij den Turk', zoals de Gentse volksmond dat pleegt te zeggen. Hoewel er in de Sleepstraat wel meer dan één Turk huist, worden alle specimen van één soort gemakshalve met elkaar vereenzelvigd. (‘De Chinees' is er ook zo eentje. Hoewel we daar soms nog een onderscheid maken tussen ‘de goede' en ‘de vettige'.) Enfin, om maar aan te geven dat de Turkse keuken ons niet helemaal onbekend is. Eén van de eerste Turkse woorden die we vol vertrouwen konden gebruiken, was dan ook yemek: eten. (Al wordt het werkwoord door de fotograaf soms verward met ekmek (brood) en durft hij in pensions al eensde weg te vragen om te gaan broden).
We hebben hier al een paar pareltjes ontdekt.
Dezer dagen fietsen we in de provincie Afyonkarahisar. Dit is de streek van de kaymak: een dikke room die verkocht wordt in de vorm van een camembert-kaas en vaak met honing overgoten geserveerd wordt. Zoet, zacht en romig. De ervaring van de versmeltende contrasterende texturen van honing en kaymak is groots. Afyonkarahisar betekent letterlijk ‘zwart opium fort'. Hier wordt meer dan een derde van de legale wereldproductie opium verbouwd. De zwart-bruine koeien die wij onderweg met hun herders tegenkomen, kunnen hier ongebreideld grazen op de opiumbloemetjesweides. In de vorm van kaymak is het eindproduct alvast verslavend. Het is dan ook uit zelfbescherming dat we afwisselen met fırın sütlaç, imam bayıldı, balık ekmek,... en we blijven ons bekwamen in the art of yemek. Uitdeinende kaakjes en billetjes wijten we aan de breedhoeklens.
Voor een kaymakreceptje klik hier
(In het geval dat u bij het zien van deze foto's denkt dat de opium de fotograaf fotograaf-af heeft gemaakt, geef ik eerlijkheidshalve even mee dat de kaymakillustraties niet van zijn hand zijn.)