Stem eens voor een stemmig reisverhaal

Ruth Een reisverhaal van Ruth over onze reis naar Iran heeft het tot de shortlist van 10 beste reisverhalen van de GRANDE reisverhalenwedstrijd geschopt. Het verhaal ‘Thee op de Trein’ staat in het pas verschenen novembernummer van het tijdschrift.

De uiteindelijke winnaar (hij die het meeste email-stemmen verzamelt) kan een fototoestel winnen, zodat Ruth volgend jaar misschien haar geluk kan proberen in de Grande Fotowedstrijd!

Je kunt de reisverhalen, waaronder het onze (reisverhaal 5 ‘Thee op de Trein’) ook lezen op de website van Grande. Onderaan kan je dan voor je favoriete verhaal stemmen.

Vind je dat het onze in aanmerking komt? Stuur dan voor 18 november een mail naar 100@grande.be met in het onderwerpveld ‘verhaal 5: Thee op de trein’ of klik hier.

Veel leesplezier!

Hieronder vinden jullie het origineel ingestuurde verhaal (met een titel met een hoger alcoholgehalte en iets meer moeilijke woorden dan de Grande-versie).

Rode wijn op de Trans Asya Ekspresi

transasya

‘Why?’ had de Turkse verkoper niet begrijpend gevraagd. Ik had hem verteld dat we de volgende dag naar Iran zouden reizen. Die toelichting was nodig, want wat hem voordien verbijsterde, was het feit dat ik een regenjas kocht, waarvan ik vroeg om een extra knoop aan de halssluiting te zetten en de mouwen te verlengen. Bovendien was de jas met zijn maat 48 duidelijk enkele maten te groot. Van het elegante model bleef niets over. Maar elegantie was het laatste van mijn zorgen. Dit tenue zou me de komende zes weken in de eerste plaats moeten behoeden voor zweepslagen. De Turkse verkoper keek meewarig.

De historische Trans Asya Ekspresi brengt ons naar het land waar het huis van de moskee staat, waar
meer dan 500 jaar voor Chr. het schitterende Persepolis complex gebouwd werd, waar de boeken versierd zijn met miniaturen en de zijden tapijten verhalen vertellen… Iran. De treinrit is een once-in-a-lifetimeervaring. De Trans Asya Ekspresi legt één keer per week 3059 kilometer af tussen Instanbul en Teheran. Wij reizen iets meer dan de helft daarvan mee. Het begint goed, als de charmante trein -weliswaar met 2,5u vertraging- in het Turkse Cappadocië vertrekt. Iraanse medepassagiers glimlachen en loodsen ons naar een leeg slaapcompartiment. We negeren de etensresten van vorige reizigers en genieten van een défilé van donkergroene bergen, gele bloemenvelden, meren en modderkleurige rivieren. Kleine dorpjes in de verte, waarvan de zilveren koepel van de moskee weerkaatst in de namiddagzon. De ritmische cadans van de trein wiegt ons in slaap. Of is het het laatste Turkse pintje?

De volgende ochtend, wanneer ik van een stop in een stationnetje profiteer om koekjes te kopen, maak ik kennis met onze Iraanse buurjongens. We worden prompt –in gebarentaal- uitgenodigd op de thee en de jongemannen bombarderen een leeg compartiment tot theesalon. Bij de thee krijgen we grote, diamanten brokken suiker, gearomatiseerd met sinaasappel. We leggen ze, net als onze gastheren, onder de tong om ze te laten smelten met de hete thee. Terwijl militairen, douaniers, politieagenten en andere geüniformde ego’s in de gangen van het smalle treinstel strijden om de hoogste decibels, delen wij nog een glas rode wijn met de vrienden. Ondertussen rijdt de trein zijn aankomstuur ver voorbij.

‘Why?’ denken wij, net als de Turkse prêt-à-porter verkoper, als we na twee dagen en een ferrytocht
geanimeerd door een plaatselijke verkoper van de shoplijn, op een bijna verlaten Iraans perron staan. Ik in mijn Inspector Colombo outfit met een plakkerige sjaal op mijn hoofd en mijn wederhelft met een slaaptekort groter dan zijn enthousiasme. Dan zien we wat verder een veld vol rode klaprozen, krijgen we zoete thee aangeboden van een politiecommissaris en horen we in de verte melancholische muziek. En dan weten we het weer: voor zoveel poëzie en couleur locale heeft een mens al eens wat nachtrust, een dieet van droge koekjes en 48u zonder douche of stromend water veil.