“Ik ben een onderbroek verloren”
De fotograaf spreekt deze gevleugelde woorden uit, op het drukste kruispunt van de stad Solo. Ik fiets even voor hem uit en het eerste wat ik denk is dat het onvermijdelijke gebeurd is: de warmte heeft de verstandelijke vermogens van mijn medegezel oververhit. Ik kijk om. Midden op het kruispunt ligt een blauw gestreept stuk ondergoed, dat ik herken als fotografenbezit.
Wat vooraf ging: de fotograaf heeft de gewoonte om zijn wasgoed ‘s avonds met een los polsje uit te wringen. ‘s Ochtends is dat nog niet droog en verandert zijn fiets in een mobiel droogrek: shirt op de achtertas, short rond het zadel en ondergoed aan het stuur. Dit exemplaar besloot de rit te beëindigen. Op de afslag, tussen het tweede en het derde baanvak.
Wat volgt is een heldentocht van de fotograaf tussen bromfietsen, becaks en auto’s door, om het onmisbare vestimentaire item te recupereren. Hij zwaait triomfantelijk met het dissidente kledingstuk. Gestreken door een grijze Mitsubishi. We vieren met een bananensap en ik ben blij dat ik me geen zorgen moet maken over regresserende verstandelijke vermogens.