Aras: een grens(ge)valle(i)tje

ara11Na een week in Iran hebben we er al meer pick-nicks op zitten dan we in ons pre-Iran leven hebben genoten, ons record hoogtemeters klimmen op één fietsdag bijna verdubbeld (2050 meter geklommen op 26 kilometer), de lekkerste dadels ter wereld geproefd en de meest indrukwekkende route ever gereden. Chocolade, toiletpapier en internet zijn hier daarentegen schaars en daarmee de updatefrequentie van deze site eveneens.

Laat ik met de route beginnen. We stapten uit de trein in Salmas en fietsen op weinig charmante wegen noordwaarts via Khoy en Qarah Ziya Oddin naar de Bijbelse Arasrivier. De riviervallei is al eeuwen een doorgang voor heiligen, handelaars en legers. De sporen zijn onmiskenbaar. Onder andere in de vorm van Azerische vrachtwagenchauffeurs en Armeense kerken. Na een handvol conflicten tussen Rusland en Perzië vormt de rivier vandaag de grens tussen Azerbaidjan/Armenië en Iran. Stel u voor: een panaché van de Grand Canyon, Death Valley en de Camargues. Rode, chocoladebruine, groene en okeren rotsbergen en een felle rivier. Alsof het landschap op zich nog niet indrukwekkend genoeg is, staan er langs de smalle oever wachtposten, uitkijktorens en hier en daar een platgebombardeerde tunnel of trein. Aan de overkant (Nackchivan-Azerbaidjan) patrouilleren soldaten en aan onze kant (Iran) worden we af en toe van de baan geleid langs een checkpoint. We tonen dan ons paspoort, moeten van buiten onze naam opzeggen (de fotograaf probeerde de eerste keer te spieken!), krijgen vervolgens thee en fris water aangeboden en rijden weer weg terwijl de militairen in hun ene hand de mitraillette vasthouden en met de andere ons nawuiven. Slapen doen we onder andere in onze chador (we hebben het niet over mijn habijt maar over onze Vaude Taurus Ultralight) in idyllische pruimenboomgaarden bij gerestaureerde hammamcomplexen. De andere overnachtingsplaatsen hou ik voorlopig nog even stil. Onze grootste zorg is hoe we van ons oudbakken flapjesbrood (lavash, een soort grote pannekoek die bewaard wordt in vochtige doeken) afgeraken. We krijgen namelijk constant eten toegestopt waardoor de turn over van onze voorraad niet groot genoeg is. Kersen, pruimen, koekjes, brood en kaas,... Mensen stappen uit hun machine (auto), zeggen 'welkom in Iran' steken ons iets toe, claxonneren ter afscheid en rijden weer voort. Voor ons kan de Arasrivier niet lang genoeg zijn maar de Kaspische zee denkt daar anders over.