A passage to India

PassageToIndiaHet was jaren geleden, toen de toekomst nog jong was. Op een dag verliet één van mijn drie huisgenoten ons voor de liefde van zijn leven. Hij nam zijn bed en het garantiebewijs van de microgolfoven en trok naar een boerderij in Blanden. In zijn kamertje in ons Leuvense appartement kwam een lieve studente European Studies, ondertussen Minister van een Europees land en nog steeds lief. Na een jaar werd ook zij verleid, door de diplomatie dit keer. Weer hingen wij een nieuwe advertentie op voor het rusteloze kamertje en weer kregen we een fantastische nieuwe huisgenoot: een Iraniër met een zwart hoedje op en een hart zo groot als zijn culturele erfenis.

De student geneeskunde sprak ons toe in een merkwaardige mengeling van Duits, Nederlands en Engels en zijn donkere ogen spraken over Oosterse mysteriën. Voor speciale gelegenheden sloot hij zich uren op in onze junglekeuken en kookte hij een verrukkelijk Iraanse gerecht. Sinds onze tocht door Iran dit voorjaar weet ik dat dit gerecht ghorme sabzi heet maar de ingrediënten blijven even geheimzinnig. Onze nieuwe vriend was een Zoroast, een aanhanger van Zarathustra en de religie van het Vuur. Op 21 maart, het Perzische nieuwjaar, sprongen we samen met hem over een vuur om al het kwade uit ons lichaam en ons gemoed achter te laten in de vlammen. We herhaalden de farsi zinnetjes die hij ons leerde en poften nadien aardappelen in het vuur, onze Vlaamse bijdrage tot het ritueel.
Zo leerde ik voor het eerst een Zoroast kennen.

Zarathustra leefde in Noord-Oost Iran rond de 7e of 6e eeuw voor Chr. en 13 eeuwen lang zou het Zoroasme de belangrijkste religie zijn van de volkeren van centraal Turkije tot Noord India. Wanneer de moslim Arabieren in de 8e eeuw Iran bezetten, werden de Zoroasten vervolgd. Sommige vluchtten de woestijn in, anderen naar West India. Daar kregen ze de naam Parsis (‘perzen’ maar ook ‘farsi’ naar de taal). Vandaag zijn ze, net als in Iran ook in India een minderheid maar wel één die economische kansen gekregen en gegrepen heeft. Een voorbeeld is de bekende industrieel Tata, de man die de hele wereldbevolking van een goedkope auto wil voorzien. Een twijfelachtig voornemen, als u het mij vraagt.

Nadat wij door het noorden van Iran gefietst waren, zouden wij net als de aanhangers van het vuur –maar zonder aspiraties in de automobielindustrie – ook naar Indië gaan. Nadien zouden we dan doorreizen naar Indonesië, zoals ooit handelaars uit Zuid Indië deden, die op weg naar China in Indonesië aankwamen en de Javaanse koninkrijken zo sterk beïnvloed hebben.

HighCommissionMaar begin juli zei CNN dat het geen goed idee was om vanuit het Midden Oosten door te reizen naar Mumbai, omdat de monsoon ons van heldhaftige fietsers in waterkiekens zou veranderen. Dus reisden we, tegen de geografische en historische logica én onze ecologische voornemens in, eerst naar Indonesië. Hier in ‘Nederlands Indië’ hebben we het Sanskriet van de Indische hindoes gelezen op de tempels van Borubudur en Prambanan. We hebben de kare geproefd en offers gebracht aan Ganesh in Bali.
Als bijen hebben we de afgelopen maanden rond het hart van de bloem gezoemd. Tijd nu voor olifanten, lingams, ayurveda, thalis, tempels en chai. Nu nog een vrachtschip vinden dat ons over de Indische Oceaan wil meenemen en India, here we come.