80 bijzondere kinderen in de jungle

Orphanage-2 Temidden de West Balinese jungle werd in 1939 een protestantste gemeenschap gesticht. Drie kilometer verderop mochten de katholieken hun gang gaan. Tussen de palmbomen waren de christenen netjes uit de weg van de Nederlandse machthebbers. Vandaag is het een surrealistisch zicht: het protestantse dorp Blim Bing Sari heeft meer weg van een Amerikaanse buitenwijk dan van het Indonesische hinterland: terrassen met schommelstoel, netjes gemaaid gras en een kruis boven elke voordeur. In dit Balinese Wisteria Lane bevindt zich Panti Asuhan Asih II, waar 80 kinderen drie keer per dag rijst eten. Uitzonderlijke kinderen.

Orphanage De 80 kinderen tussen 2 en 14 jaar doen meer dan rijst eten. Ze gaan naar school, slapen in bedden met Spidermanlakens, spelen, duwen elkaar in de modder, musiceren en dansen. Kortom, het zijn kinderen zoals alle andere kinderen, met dat verschil dat ze ouderloos zijn of dat hun ouders niet voor hen kunnen of willen zorgen. Bij ons zijn er gemiddeld 1,2 kinderen in een gezin, hier heeft elk kind 79 broers en zussen én een bijzonder levensverhaal.
Nog voor onze fiets goed en wel gestald is, voel ik kleine handjes in de mijne en roepen enthousiaste stemmen ‘I am photo!’ naar de fotograaf. Meer aanmoediging heeft die niet nodig. De kinderen zijn ontwapenend, lief, open, aanhankelijk en zelfstandig tegelijk en bijzonder gedisciplineerd. Een driejarige zal geduldig twee dagen overal de rondslingerende sandalen van de fotograaf achter hem aanbrengen. Een negenjarige zorgde alleen voor zijn vier jongere (half-) broers en -zusjes, voor ze samen naar Blim Bing Sari verhuisden. Schooluniformen worden netjes opgevouwen, borden afgewassen en huiswerk gemaakt, zonder dat één volwassene daarom hoeft te vragen. We staren met open mond naar zoveel verantwoordelijkheidszin en trekken hals over kop in een vrije kamer in.

Vergeet de schrikbeelden uit Roemeense weeshuizen of de roodharige Annie die ‘Tomorrow’ zingt. Panti Asuhan Asih geeft kinderen een thuis én kans op een toekomst. Franky, die uit Sulawesi komt en verantwoordelijk is voor het tehuis, leidt ons rond en we zijn onder de indruk van de lange termijnvisie en de betrokkenheid waarmee het tehuis geleid wordt. Drie keer per dag toveren twee inwonende dames een maaltijd van rijst en noedels op tafel. Sonja Kimpen zou zich waarschijnlijk nog liever ophangen met de noedels dan op dit dieet te leven maar het is meer dan waar de kinderen in andere omstandigheden op zouden kunnen hopen. Per dag wordt er 30 kg rijst gekookt.

Orphanage-4 Onze polaroidprinter draait helemaal warm en de pakjes papier vliegen erdoor.  Een meisje uit het eiland Sumba gaat zich speciaal douchen en omkleden om netjes op de foto te kunnen. “Zeg dankjewel”, herhaalt ze met een brede glimlach, wanneer Franky haar aanraadt de fotograaf te bedanken. Het Indonesisch heeft voor haar nog even veel geheimen als voor ons. ‘s avonds in ons kamertje draait ons brein op het ritme van de ventilator. Wat kunnen we doen om deze kinderen en dit project te helpen?

(wordt vervolgd)