Incredible India, part I

IncrInd3

‘Zou jij niet nog eens iets schrijven?’ vraagt Misses PortraitsOfAsia (in België ook bekend als Misses MoreThanWords). Ondergetekende ziet een donderwolk van tornado-proporties aanzwellen, buigt deemoedig het hoofd, flipflopt naar Café Kachi om een latte en een stuk chocoladetaart te bestellen, klapt het laptopdeksel open en begint te typen: ‘Incredible India’, is de slogan die de spin-doctors…’

‘Incredible India’ is de slogan die de spin-doctors van de Indische Dienst voor Toerisme uit-ge…dokterd hebben. Al van in Singapore dwongen kunstige reclamefoto’s en wervelende videoclips, gefilmd vanuit standpunten nog duizelingwekkender dan het décolleté van een Bollywood-starlet, ons in de richting van het subcontinent. ‘Incredible India’. ‘Only seeing is believing’, leek de punchline te zijn.

Na een paar weken rondgefietst te hebben in de charmante chaos die Zuid-India heet, weten we het wel: India is inderdaad Incredible. Incredible voor de toerist, die van de ene visuele verbazing in de andere tuimelt, en niet weet wààr de lens van zijn camera eerst te richten.
Incredible ook voor de rijke Indiërs: ‘There will always be Maharadja’s, as there will always be poor people’, filosofeert een sympathieke plantage-eigenaar annex bed-and-breakfast uitbater wanneer ik opmerk dat we op onze tochten ook wel veel opulente Indiërs tegenkomen. Vaak zijn het nouveaux riches die onbeschoft met – eigen of andermans – personeel omgaan. Geld koopt goede smaak noch manieren. Dat wisten we al van bij ons.

IncrInd1Neen, dan liever het raffinement van de oude rijken: de Indiërs die in rijkdom geboren werden zoals tijdens een onderwaterbevalling: knus en warm. ‘Old money’, zoals de plantage-eigenaars en industriëlen die ’s avonds een glaasje drinken in de Members Only Club. Er wordt gebadineerd over de aangename dingen des levens: de nieuwe Royal Enfield-motorfietsen, snoepreisjes naar Europa (ook hier kent iedereen Brugge en niemand Gent) en de toon en de knopen van de hemdskragen worden losser naarmate de alcohol rijkelijker vloeit. Geen nood overigens: de chauffeur wacht aan de poort en slaapt desnoods wel op de achterbank; de gemiddelde limousine biedt meer comfort dan een huisje in de slums.

De Members hebben al lang de aimabele maar amechtige Ambassadors ingeruild voor banale maar blitze BMW’s en de zondagsmis is, zelfs in deze super-katholieke regio - think Lourdes, maar dan met palmbomen - vervangen door een partijtje golf.

‘Zou God een golfer zijn?’, vraag ik me onwillekeurig af. Dan zou hij op de dag des oordeels meer rijken herkennen uit de golfclub dan uit de kerk. Maar God is, sinds Tiger Woods uit de sterrenhemel kwam gedonderd, geen golfer.

Reisje hier, dineetje daar, … Het plantage-leventje lijkt, op dat saaie golfen na, wel wat. Tenminste, als je aan de goede kant van de plantage-hiërarchie geboren bent…

(wordt vervolgd…)